-
1 it's no use
het heeft geen zin -
2 it's useless
het heeft geen zin -
3 there is no point
het heeft geen zin -
4 there's no use
het heeft geen zin -
5 it's no good
-
6 good
adj. goed; aangenaam; plezierig; eerlijk, rechtschapen; waard zijn--------adv. goed, op een goede manier--------n. goedheid; winst; goederengood1[ goed]1 goed ⇒ welzijn, voorspoed4 goedheid ⇒ verdienste, deugd(zaamheid)♦voorbeelden:for the common good • voor het algemeen welzijnit will do him all the good in the world • hij zal er erg van opknappen/opkikkerenhe will come to no good • het zal slecht met hem aflopenfor his (own) good • om zijn eigen bestwilwhat is the good of it? • wat voor nut heeft het?it's no good • het heeft geen zin, het wordt niks〈 vaak ironisch〉 much good may it do you! • dat het je wel bekome!, geluk ermee!¶ for good (and all) • voorgoed, voor eeuwig (en altijd)→ bad bad/II 〈 meervoud〉4 〈vaak attributief; voornamelijk Brits-Engels〉 goederen 〈 voor treinvervoer〉 ⇒ 〈 voornamelijk Amerikaans-Engels〉 vracht♦voorbeelden:¶ by goods • per/met de goederentrein————————good21 goed ⇒ kwaliteitsvol; knap, kundig2 goed ⇒ prijzenswaardig; correct, juist3 goed ⇒ fatsoenlijk, betrouwbaar4 aardig ⇒ lief, goed; gehoorzaam5 goed ⇒ aangenaam, voordelig; lekker, smakelijk, gezond♦voorbeelden:good looks • knapheidgood sense • gezond verstandgood soil • vruchtbare bodem/grondgood for you, 〈Brits-Engels; gewestelijk〉good on you • goed zo, knap (van je)good English • goed/correct Engelsmy watch keeps good time • mijn horloge loopt gelijkall in good time • alles op zijn tijdmake good • het er goed afbrengen, het maken, slagen 〈 voornamelijk financieel〉; goedmaken; vergoeden 〈 schulden〉; nakomen, vervullen 〈 belofte〉 • herstellen 〈 schade〉be good for a laugh • grappig zijn, een lachje waard zijn(in) good faith • (te) goede(r) trouwmake good one's escape • slagen in een ontsnappinggood humour • opgewektheidgood nature • goedaardigheidput in a good word for, say a good word for • een goed woordje doen voor, aanbevelenbe good enough (to) • wees zo vriendelijk, gelievebe so good as to • wees zo vriendelijk, gelieveit's good of you to help him • het is aardig van u om hem te helpen5 beer is not good for her/her health • bier is niet goed/gezond voor haargood buy • koopje, voordeeltjethrough the good offices of • door de goede diensten van, met behulp vangood afternoon • goedemiddaggood evening • goedenavondgood morning • goedemorgengood night • goedenacht, welterustenhave a good time • zich amuserengood times • goede/voorspoedige tijdenit is good to be alive • leve het leven, het leven is verrukkelijkkeep good • goed/vers blijventoo good to be true • te mooi om waar te zijn6 a good excuse • een goed/geldig excuusthis rule holds good • deze regel is van kracht/geldt (nog)stand a good chance • een goede kans makena good deal/many • heel wata good hour/ten miles • ruim een uur/tien mijla good while • een hele poos, geruime tijd¶ 〈 spreekwoord〉 a good tale is none the worse for being told twice • goed nieuws mag best vaak verteld worden〈 spreekwoord〉 there is many a good tune played on an old fiddle • iemands leeftijd zegt vaak niets over wat hij nog kan presterenbe in someone's good books • bij iemand in een goed blaadje staanthere's a good boy/girl/fellow • wees nu eens lief, toe nouGood Friday • Goede Vrijdaggood God! • goeie genade!, gossiemijne!as good as gold • erg braaf/lief 〈 van kind〉have a good head on one's shoulders • een goed verstand hebbengood heavens! • goeie/lieve hemel!neither fish, flesh, nor good red herring • vlees noch viskeep good hours • op tijd naar bed gaanmake someone appear in a good light • iemand in een gunstig daglicht stellengood luck • (veel) gelukstroke of good luck • buitenkansjehave a good mind to • veel zin hebben inthrow good money after bad • goed geld naar kwaad geld gooien, het ene gat met het andere stoppenin good spirits • opgewekt, blijit's a good thing that • het is maar goed datit's a good thing to … • het is verstandig om …a good thing too! • maar goed ook!, het is maar gelukkig ook!too much of a good thing • teveel van het goedemake good time • goed/lekker opschietendo someone a good turn • iemand een dienst bewijzengood old Harry • (die) goeie ouwe Harryas good as • zo goed als, nagenoegbe good at • goed/knap zijn inbe good for £100,000 • 100.000 pond kunnen betalen, goed zijn voor 100.000 pondbe good for another couple of years • nog wel een paar jaar meekunnen/meegaan————————good3〈 bijwoord〉 〈voornamelijk Amerikaans-Engels; informeel〉1 goed♦voorbeelden:1 she is doing good • ze doet het goed, ze gaat lekkerthings are going good • het gaat goed¶ good and … • heel erg … -
7 servir
servir [servier]2 dienen ⇒ van dienst, van nut zijn, gebruikt worden♦voorbeelden:servir d' interprète à qn. • voor iemand als tolk optredenservir de combustible • als brandstof dienen, fungerenservir de guide à qn. • iemands gids zijnservir de leçon à qn. • voor iemand een les zijnservir de prétexte à qn. • door iemand als voorwendsel gebruikt worden2 cela ne sert à rien • dat dient nergens toe, daar hebben we niets aan〈 onpersoonlijk〉 à quoi (cela) sert (-il) de 〈+ onbepaalde wijs〉 • waartoe dient het te, wat heeft het voor zin omservir à qc. • tot, voor iets dienen; (aan) iets ten goede komenservir à qn. • iemand ten goede komen, te pas komencela peut encore servir • dat kan nog dienst doen→ pointII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 in dienst zijn van ⇒ dienen, zich in dienst stellen van, helpen3 bedienen4 serveren ⇒ inschenken, opscheppen5 opdienen ⇒ opbrengen, voordienen, voorschotelen6 geven ⇒ uitbetalen, leveren♦voorbeelden:en fait de pluie, nous avons été (bien) servis cet été • wat regen betreft hebben we van de zomer onze portie wel gehad4 qu'est-ce que je vous sers? • wat mag ik u aanbieden?, wat mag ik voor u inschenken?servir chaud • warm opdienenservir à déjeuner à qn. • iemand een ontbijt, lunch voorzetten♦voorbeelden:v1) (be)dienen2) serveren, opslaan [sport]3) helpen4) te pas komen5) serveren, opscheppen6) geven, leveren -
8 нечего
niets ; het heeft geen zin, het is nutteloos -
9 it's no good (my) talking to her
-
10 inutile
inutile [ienuutiel]1 nutteloos ⇒ onnodig, overbodig, vergeefs♦voorbeelden:1 paroles, propos inutiles • holle, lege woorden, praatjes voor de vaakil est inutile que • het heeft geen zin datun(e) inutile • onnut, onbruikbaar persoonadjnutteloos, onnodig -
11 vain
vain [vẽ]1 ijdel ⇒ vruchteloos, nutteloos, vergeefs♦voorbeelden:en vain • tevergeefs, voor niets, zonder resultaatadj1) nutteloos, vergeefs2) ijdel, verwaand3) ongegrond, hol -
12 il est inutile que
il est inutile que -
13 il est vain de faire cela
il est vain de faire celaDictionnaire français-néerlandais > il est vain de faire cela
-
14 cela, il ne sert à rien de
cela, il ne sert à rien deDictionnaire français-néerlandais > cela, il ne sert à rien de
-
15 Sinn
〈m.; Sinnes, Sinne〉3 〈alleen meervoud; formeel〉zin, (geest)vermogens ⇒ bewustzijn, verstand4 zin, gevoel♦voorbeelden:ein sechster Sinn • een zesde zintuigwenn mich meine Sinne nicht täuschen • als mijn ogen en oren mij niet bedriegenim engeren, weitesten Sinn • in engere, de ruimste zinim strengsten Sinne • strikt genomendas ergibt keinen Sinn • dat heeft geen zinin jedem Sinn • in elk opzichtim Sinne von Art. 2 • als bedoeld in artikel 2im Sinne des Uhrzeigers • met de wijzers van de klok meedas ist ohne Sinn • dat heeft geen zin, nut3 seine fünf Sinne nicht beisammenhaben • ze niet allemaal, niet alle vijf bij elkaar hebbenseine fünf Sinne zusammenhalten, -nehmen • het hoofd erbij houdenjemandem schwinden, vergehen die Sinne • iemand verliest het bewustzijner ist nicht ganz bei Sinnen • hij is niet goed wijsbist du denn ganz und gar von Sinnen? • ben je nou helemaal (van lotje getikt)?vor Angst von Sinnen • buiten zichzelf van angstmit jemandem eines Sinnes sein • het met iemand eens zijnseinen Sinn ändern • van gedachten veranderenseine Sinne für etwas öffnen • ontvankelijk voor iets zijnjemandes Sinn ist auf eine Sache gerichtet • iemands gedachten zijn op iets gerichtsein Sinn steht nach Höherem • hij heeft aspiratiesmir steht der Sinn nicht nach Späßen • mijn hoofd staat niet naar grapjesdas geht, will mir nicht aus dem Sinn • dat gaat mij steeds door het hoofddas ist mir aus dem Sinn gekommen, geschwunden • ik ben het vergeten, dat is mij ontschotensie will mir nicht aus dem Sinn (gehen) • ik moet steeds aan haar denkenetwas fährt, geht mir durch den Sinn • iets schiet mij in de zin, schiet mij te binnenetwas im Sinn haben • iets van plan, van zins zijner hat mit Mädchen noch nichts im Sinn • hij interesseert zich nog niet voor meisjesetwas im Sinn tragen • met iets rondlopendas kam mir in den Sinn • dat kwam in mij opdas will mir nicht in den Sinn • dat wil, kan er bij mij niet indas war so recht nach seinem Sinn • dat was helemaal naar zijn zinohne Sinn und Verstand • zonder overleg, ondoordachtheiteren Sinnes, mit heiterem Sinn • met opgewekt gemoedleichten Sinnes • opgewekt, onbezorgd -
16 use
n. gebruik; nut; winst--------v. gebruiken, benuttigenuse1[ joe:s]1 gebruik ⇒ aanwending, toepassing♦voorbeelden:make a good use of • goed gebruik maken vanfor use in factories • voor industrieel gebruikin use • in gebruikout of use • in onbruik♦voorbeelden:this will be of use • dit zal goed van pas komendo you have any use for this? • kun je dit nog gebruiken?it is no use arguing • tegenspreken heeft geen zinwhat is the use of it? • wat heeft het voor zin?————————use2[ joe:z] 〈 werkwoord〉♦voorbeelden:use up • opmaken2 use some sense! • gebruik je hersens even!he was ill used • hij werd slecht behandeld -
17 have
n. rijk, iemand die veel bezittingen heeft--------v. hebben; bezitten; verkrijgen; nodig hebben; veroorzakenhave1[ hæv] 〈 zelfstandig naamwoord〉♦voorbeelden:¶ the haves and the have-nots • de rijken en de armen, de bezitters en de niet-bezitters————————have2♦voorbeelden:II 〈 overgankelijk werkwoord〉1 hebben ⇒ bezitten, beschikken over, houden 〈 bezit, eigenschap, gelegenheid, plaats en tijd, verwanten en kennissen, iets dat toegezegd is〉5 hebben ⇒ genieten van, lijden aan6 hebben ⇒ laten liggen, leggen, zetten7 〈met naamwoord dat een activiteit uitdrukt; vaak te vertalen door werkwoord van dat naamwoord; informeel〉 hebben ⇒ maken, nemen 〈enz.〉8 toelaten ⇒ dulden, aanvaarden12 〈 met naamwoord en onbepaalde wijs of voltooid deelwoord〉 het moeten beleven dat ⇒ het overkomt/overkwam hem/haar/hun dat15 vrijen/slapen met♦voorbeelden:you can have that old car if you want • je mag die oude kar houden als je wilhe has an excellent memory • hij beschikt over een voortreffelijk geheugenhave mercy on us • heb medelijden met onsI've got no time • ik heb geen tijdyou have my word • je hebt mijn woord, mijn woord eropI've got it • ik heb het, ik weet het (weer)you have something there • daar zeg je (me) wat, daar zit wat inhe wouldn't have his wife back • hij wou zijn vrouw niet terug (hebben)do you have enough wine in? • heb je genoeg wijn in huis?have something about/on one • iets bij zich hebbenwhat does she have against me? • wat heeft ze tegen mij?2 the book has six chapters • het boek heeft/bestaat uit zes hoofdstukkenmay I have this dance from you? • mag ik deze dans van u?he had a splendid funeral • hij kreeg een schitterende begrafeniswe've had no news • we hebben geen nieuws (ontvangen)you can have it back tomorrow • je kunt het morgen terugkrijgenhave a cigarette • een sigaret nemen/rokenhave a good time • het naar zijn zin hebbenyou have it badly • je hebt het lelijk te pakkenlet's have the rug in the hall • laten we het tapijt in de hal leggenhave a discussion • discussiëren, een discussie hebbenhave a try • (het) proberenhave a walk • een wandeling makenI won't have you say such things • ik duld niet dat u zoiets zegtI'm not having any • ik pik het niet, ik pieker er niet overhe's finally had it done • hij heeft het eindelijk laten doenhave a tooth out • een tand laten trekken12 he's had his friends desert him • hij heeft het moeten meemaken dat zijn vrienden hem in de steek lietenhave someone (a)round/in/over • iemand (eens) uitnodigenwe are having the painters in next week • volgende week zijn de schilders bij ons in huis aan het werkhave someone up • iemand uitnodigen 〈 in het bijzonder van beneden, uit het zuiden of van het platteland〉16 can you have the children tonight? • kun jij vanavond voor de kinderen zorgen?〈 niet verouderd〉 have something off • iets uit het hoofd/van buiten kennenhave it (that) • zeggen (dat), beweren (dat)as the Bible has it • zoals het in de bijbel staatrumour has it that … • het gerucht gaat dat …have it (from someone) • het (van iemand) vernomen/gehoord hebben, het weten (van iemand)〈 informeel〉 have had it • hangen, de klos/pineut zijn; niet meer de oude zijn, dood zijn; het beu zijn, er de brui aan gevenhave it in for someone • een hekel hebben aan iemand, de pik hebben op iemandhave it in for someone • de pik hebben op iemandhave it/the matter out with someone • het (probleem) uitpraten/uitvechten met iemandhave something on someone • belastend materiaal tegen iemand hebbenyou have nothing on me • je kunt me niks makenhave nothing on • niet kunnen tippen aanhave something on/over • beter zijn dan, een streepje voor hebben op→ have on have on/III 〈 hulpwerkwoord〉2 〈alleen in aanvoegende wijs verleden tijd; formeel〉had(den)/was/waren ⇒ indien/als … zou(den) hebben/zijn♦voorbeelden:he has died • hij is gestorven2 had he claimed that, he would have been mistaken • had hij dat beweerd, dan zou hij zich vergist hebbenI had better/best forget it • ik moest dat maar vergeten, het zou beter/het beste zijn als ik dat vergatI'd just as soon die • ik zou net zo lief doodgaan -
18 bother
n. last; hinder--------v. vervelen, hinderen; moeite doenverdorie, wat vervelend————————bother1[ boðə] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 last ⇒ lastpost, plaag2 moeite ⇒ probleem, moeilijkheid♦voorbeelden:————————bother2♦voorbeelden:don't bother • doe maar geen moeite¶ bother • verdorie, wat vervelendII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 lastig vallen ⇒ dwarszitten, irriteren♦voorbeelden:his leg bothers him a lot • hij heeft veel last van zijn beenbother the lot of you, be quiet • hou verdomme allemaal je monddon't bother your sister when she is reading • laat je zusje met rust als ze zit te lezenI can't be bothered • ik heb geen zin/dat is me te veel moeitewhat's bothering her? • wat heeft ze toch? -
19 anyhow
adv. hoe dan ook; in ieder geval2 〈 bijwoord〉 hoe dan ook 〈 aan het begin van de zin, als de spreker een discussie kort wil sluiten of met een verhaal verder wil gaan〉4 〈 voegwoord〉zoals … maar …♦voorbeelden:1 it's probably not worth it but let me see it anyhow • het heeft waarschijnlijk geen zin maar laat me het toch maar zien2 anyhow, when I got there he had already left • nou ja, hoe dan ook, toen ik dus aankwam, was hij al vertrokkenanyhow, I have to go now, sorry • hoe dan ook, ik moet nu gaan, het spijt me -
20 own
adj. van mij (van jou, van haar, etc.); zelf--------v. behoren tot; dank verschuldigd zijn aan; erkennen; bezittenown1[ oon] 〈bijvoeglijk naamwoord; voornaamwoord〉1 eigen ⇒ van … zelf, eigen bezit/familie♦voorbeelden:mind one's own business • zich met zijn eigen zaken bemoeienthey ate of their own cooking • zij aten uit hun eigen keukenleave someone to his/her own devices/resources • iemand aan zijn lot overlatenan own goal • een doelpunt in eigen doelput/set one's own house in order • orde op zaken stellentake the law into one's own hands • het recht in eigen handen nemen, voor eigen rechter spelentake matters into one's own hands • de zaak zelf onder handen nemenlet someone stew in his own juice • iemand in zijn eigen vet/sop gaar laten kokenbe one's own man/master • zijn eigen heer en meester/onafhankelijk zijnthe truth for its own sake • de waarheid op zich(zelf)my time is my own • ik heb de tijd aan mezelffor one's own use • voor eigen gebruiknot have a moment/minute/second to call one's own • geen moment voor zichzelf hebbenhe finally came into his own • eindelijk kreeg hij wat hem toekwamit has a value all its own • het heeft een heel bijzondere waardemay I have it for my own? • mag ik het echt hebben?/houden?he has a computer of his own • hij heeft zijn eigen computerfor reasons of his own • om persoonlijke redenenhave a way of his own • zo zijn eigen manier van doen hebbenmy own self • ikzelf, ik persoonlijkin his own (good) time • wanneer het hem zo uitkomt/uitkwam→ come into come into/————————own2♦voorbeelden:he owned to having said that • hij gaf toe dat hij dat gezegd hadII 〈 overgankelijk werkwoord〉
- 1
- 2
См. также в других словарях:
Mensch — 1. A verzagte Möntsch isch im Himmel nid sichar. (Bern.) – Zyro, 108. 2. Ach, Mensch, betracht , wie Gott verlacht all deinen Pracht, der in einer Nacht wird zu nichts gemacht. – Gerlach, 9. 3. Ain verkerter mensch richtet hader an vnd ain… … Deutsches Sprichwörter-Lexikon
Narr — (s. ⇨ Geck). 1. A Narr hot a schöne Welt. (Jüd. deutsch. Warschau.) Dem Dummen erscheint die Welt um so schöner, als er von manchen ihrer Uebel und Leiden nicht berührt wird. 2. A Narr hot lieb Süss. (Jüd. deutsch. Warschau.) Diese auch in… … Deutsches Sprichwörter-Lexikon
Herz — 1. Ae frühlich Hatz, en fresche Moth magd Scha (Schaden) wier jod, hölpt ouch noch witt enn schlête Zitt. (Aachen.) – Firmenich, III, 232. 2. Auf einem traurigen Herzen steht kein fröhlicher Kopf. – Heuseler, 83. Dän.: Et sorrigfuld hierte er… … Deutsches Sprichwörter-Lexikon
List of Dutch atheists — This is an alphabetical list of Dutch people who have been identified as atheists. The people on this list have either expressed disbelief in God or gods, have self confirmed being an atheist or have been identified as such by a reliable… … Wikipedia
Fauves brabançons — Fauvisme brabançon Cet article fait partie de la série Peinture Liste des peintres Portail de la Peinture Le fauvisme brabançon est un mouvement artistique belge dont l appellation trouve son origine en France, chez les Fauves … Wikipédia en Français
Fauvisme Brabançon — Cet article fait partie de la série Peinture Liste des peintres Portail de la Peinture Le fauvisme brabançon est un mouvement artistique belge dont l appellation trouve son origine en France, chez les Fauves … Wikipédia en Français
Fauvisme brabancon — Fauvisme brabançon Cet article fait partie de la série Peinture Liste des peintres Portail de la Peinture Le fauvisme brabançon est un mouvement artistique belge dont l appellation trouve son origine en France, chez les Fauves … Wikipédia en Français
Fauvisme brabançon — Le fauvisme brabançon est un mouvement artistique belge dont l appellation trouve son origine en France, chez les Fauves français. S’étant développée en France depuis quelques années déjà, cette manière de peindre reçut son nom de baptême lors de … Wikipédia en Français
Mann — 1. A blind man may perchance hit the mark. – Tauben und Hühner Zeitung (Berlin 1862), Nr. 6, S. 46. 2. A Mann a Wort oder a Hundsfott. (Ulm.) 3. A Mann wie a Maus ün a Weib wie a Haus is noch nit gleich. (Jüd. deutsch. Warschau.) Will sagen, dass … Deutsches Sprichwörter-Lexikon
Katze — 1. A Kât luckat efter a Könnang. (Nordfries.) – Johansen, 57. Eine Katze lugt, sieht nach einem Könige. 2. Ain katz vnd ain muz, zwen han in aim huz, ain alt man vnd ain iung wib belibent selten an kib. – Reinmar d.A., 1200. 3. Alle (alte) Katten … Deutsches Sprichwörter-Lexikon
Teufel — (s. ⇨ Teixel). 1. A mol muess ma m Teuffel uff de Wedel treta. – Birlinger, 1036. 2. All, wat de Düwel nich lesen kann (will), dat sleit he vörbi (oder: sleit he äwer). – Frommann, II, 389, 123; Eichwald, 346; Goldschmidt, 57; Kern, 1430. 3. Als… … Deutsches Sprichwörter-Lexikon